PLC-softwarestructuur: waarvoor kies je?
Een e-tekeningenpakket is onmisbaar bij het onderhouden, vernieuwen of repareren van elektrotechnische installaties. Als het gaat om de structuur van deze tekeningen, hebben onze klanten vaak duidelijke wensen. Aan de structuur voor PLC-software worden vaak minder eisen gesteld. Opvallend, want het loont de moeite om hier goed over na te denken. Zeker nu systemen steeds complexer worden. Wij zetten de voor- en nadelen van de structuurmethodes Cascade en SFC (Grafcet) voor PLC-software voor je op een rij.
Cascade
Programmeren via Cascade kun je het beste vergelijken met de klassieke elektrotechnische besturing zonder PLC. Drukknoppen, sensoren en timers worden bij Cascade verknoopt, waarbij het ‘resultaat’ van deze verknoping telkens gebruikt wordt om de volgende uitgang aan te sturen. De afloop, aansturing en diagnose zijn sterk met elkaar verweven.
SFC (Grafcet)
SFC staat voor Sequential Function Chart. Deze programmeertaal gaat ervan uit dat het proces is op te delen in stappen. Met SFC wordt vastgelegd hoe het proces van de ene naar de andere stap veranderd kan worden. Er bestaat een duidelijke grens tussen afloop, aansturing en diagnose.
Waar je met behulp van Cascade sneller start met de realisatie van een PLC, is er bij SFC meer voorbereidingstijd nodig. Die tijd verdien je in het verdere proces echter weer terug, bijvoorbeeld bij het testen. Ook in de nazorgfase biedt SFC voordelen ten opzichte van Cascade. Met behulp van SFC is een probleem snel gevonden en verholpen.
Praktijkcase: compressor en oliepomp
Compressors vind je veel installaties, bijvoorbeeld om te koelen. In dit voorbeeld mag de compressor alleen starten als er voldoende oliedruk is. Valt de druk weg? Dan moet de compressor direct stoppen. Let op: als het om een compressor van 500 kW gaat, kan bij een fout de schade hoog oplopen.
Met behulp van Cascade zeg je ‘start de oliepomp, als deze draait en er is x-tijd oliedruk, start compressor’. Je voldoet hiermee precies aan de opdracht, maar een defect aan de oliedruksensor (iPs_olie) wordt niet altijd gemeld. Het gevolg: de oliepomp blijft oneindig draaien, of de compressor start zonder dat er werkelijk oliedruk aanwezig is. Het is mogelijk een Cascade-schakeling te maken zonder deze gebreken. Het gevolg is dat er een wirwar van nog meer bitjes, timers, set/reset ontstaat. Zo’n schakeling is lastig te testen, te controleren en te onderhouden.
Schakeling compressor en oliepomp via SFC-methode
De SFC-schakeling ondervangt de eerdergenoemde problemen van de Cascade-schakeling (zie figuur 1). En er zijn nog meer voordelen. Doordat alle stappen gevisualiseerd kunnen worden, is het proces goed te begrijpen voor engineers zonder elektrotechnische of softwarekennis. Daarnaast kun je de stapnummers loggen en trenden, zodat achteraf precies inzichtelijk is wat de installatie op welk moment deed.
Neem gerust contact op
Meer weten over Van Doren Engineers? Of benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem contact met ons op. Wij gaan graag met u in gesprek.
